Hoofdstedelijke kloosters
De Middelburgse minderbroeders kregen in 1242 van graaf Willem II grond tot hun beschikking voor bouw van hun klooster. Het is aannemelijk dat er in Zierikzee toen ook een start werd gemaakt vanwege het beproefde procédé van gelijktijdige vestiging in hoofdsteden. De Zierikzeese minderbroeders werden in 1260 genoemd tijdens het generaal kapittel van Narbonne. Het klooster zal dus ná 1242 en enkele jaren vóór 1260 gesticht zijn.
Feestgezang
In 1304 werden na het beleg van Zierikzee de gevangen genomen Vlamingen in het Minderbroederklooster opgesloten. De minderbroeders komen, zij het ongunstig, voor in de rijmkroniek van Melis Stoke. De schrijver doet zijn beklag dat de minderbroeders en de predikheren zich overgaven aan feestgezang.
Leegstand
In 1383 leidden de kloosterbewoners een ongebonden leven. Dirk Oudergeest werd door een medebroeder met een mes gestoken. Daarop moesten al de monniken de stad verlaten. Het klooster stond 4 jaar leeg. Er werden een nieuwe prior en monniken toegelaten. Toen deze na enige tijd hoorden dat een deel van de verbannen broeders weer terug mochten komen, pakten zij direct hun spullen en vertrokken. Maar niet zonder alle boeken, kelken, vaten en kerksieraden mee te nemen.