Predikheren, dominicanen of jacobijnen
De orde van de dominicanen alias predikheren werd naar de Spaanse oprichter Dominicus (de) Guzman (1170-1221) genoemd. Zij was in 1215 in Zuid-Frankrijk ontstaan. De volgelingen werden ook wel jacobijnen genoemd, naar de eerste vestiging in de Rue Saint Jacques in Parijs. De letterlijke betekenis van dominicanen is ‘honden van de heer’ (domini is heer, canes is honden). De hond staat als symbool voor trouw. Dit werd de meer vleiende bijnaam van de dominicanen die door prediking (vandaar hun tweede bijnaam: predikheren) het Woord van Christus verspreidden.
Brouwerij, vijver en boomgaard
Zierikzee was een stad met een concentratie aan bevolking, rijkdom, handel en internationale contacten. Een ideale plaats om zich te vestigen voor een bedelorde als de predikheren. Afkomstig uit Antwerpen, vestigden zij zich in Zierikzee tussen 1271 en 1279, het jaartal waarin het klooster erkend werd.
Vanaf 1286 is bekend dat ze hun intrek namen in het voormalige klooster van de eksterbroeders. Paus Honorius IV gelastte de proost van de Dom van Utrecht op 23 februari van dat jaar om het huis van de ontbonden orde aan hen te verkopen. De opbrengst moest bestemd worden voor ‘het Heilige Land’.