Broodzusters

De zwarte- of cellezusters waren augustinessen. Hun voornaamste taak was het verplegen van zieken en het begraven van de doden. Omdat zij met werk in hun onderhoud moesten voorzien, werden ze ook wel broodzusters genoemd.De zusters hadden een afzonderlijke zitplaats in de Sint Lievens Monsterkerk, uit angst voor besmetting vanwege de vele contacten met zieken.

Het klooster van de zwarte zusters
De st.Lievensstraat werd ook wel Het Zwarte Zusterstraatje genoemd. Het klooster lag in de huidige Slabberswerf ongeveer op de plaats waar het huis met het hoge dak gebouwd is.

Schepenbrief

Zij hadden een huis ten noorden van de Sint Lievens Monsterkerk. Het lag aan de westzijde van de Slabberswerf. Het is niet precies bekend wanneer de zusters zich daar vestigden. Een eerste vermelding is uit een schepenbrief van 1443. Achter het huis lag een boomgaard. Een poort verleende toegang tot het huis en de boomgaard.

Zwarte Zusterstraatje

Omdat de zusters zeer nuttig werk deden werd hun huis tijdens de ommekeer in 1572 niet gesloten, maar mochten zij er blijven wonen totdat de laatste gestorven was. Het huis en de boomgaard moesten dan aan de Heilige Geest ofwel de armen van Zierikzee komen, vermeldde een rekening uit 1581. De Heilige Geest verkocht het echter al snel.

In 1755 werd het “Swarte Susterhuys” nog genoemd. Er was zelfs toen nog een overblijfsel van een kapel te zien. Het Sint Lievensstraatje werd in die tijd ook wel het ‘Zwarte Zusterstraatje’ genoemd. Omstreeks 1860 was er nog steeds een deel van de oude poort te zien.