Franciscanen
In 1443 liet burgervader Poppe Haymanszoon bij testament een gasthuis stichten met een kapel en kapelrij. Het gasthuis werd in 1445 door hertog Filips de Goede begiftigd. In 1490 werd het gasthuis omgezet in een zustergemeenschap van franciscaanse tertiarissen, ofwel grauwe zusters. Niet duidelijk is of de hospitaalfunctie bleef bestaan. De grauwe zusters noemden hun klooster Maria van Nazareth.
Zij moesten voor hun brood bedelen en handarbeid doen. Zij kwamen aan hun naam, grauwe of grijze zusters, door de kleur van hun kleding. Het gasthuis was met het Kapittel van Sion verenigd. Het bood plaats aan 17 arme mannen.