In steen gebeiteld
Wanneer schout Cornelis Thonisse Schraphage van de parochie en heerlijkheid Noordgouwe samen met schepen Pieter Haeijnt en Thonis Jan Loijsse op 30 november 1640 een inspectie uitvoeren naar de staat van het vervallen klooster Sion, vinden zij een in de muur ingemetselde steen met de volgende tekst: “Dit Clooster wert gefondeert ter eeren Gods en St. Jeronijmus bij Jan Lievense saliger gedachten in ’t Jaer Duijsent vier hondert tween dartich” (Dit klooster werd gesticht tot eer van God en van St. Jeroen ter nagedachtenis aan Jan Lievense in het jaar veertienhonderd tweeëndertig).
Kartuizerklooster
Als officiële stichtingsdatum werd 28 januari 1434 opgevoerd. Stichter Johannes Lievense schonk ruim 10 hectare grond aan het aan St. Jeroen gewijde klooster, waarop het klooster gebouwd werd. Het was het enige Zeeuwse kartuizerklooster.In 1458 bezat het klooster 36 hectare grond in de St. Jeroens polder. Deze 45 hectare grote polder was van een 1800 meter lange dijk voorzien.
Goederen onteigend
De kartuizers zullen het klooster in 1572 verlaten hebben. In dat jaar ondervond het veel schade door toedoen van “vrijebeuyters ende soldaten”. In het najaar van 1576 keerden zij even terug, tijdens de Spaanse bezetting, om na een paar maanden het klooster voor altijd te moeten verlaten. De kloostergebouwen werden verwoest en de goederen van de kartuizers onteigend. Zij vluchtten van Noordgouwe naar Antwerpen. In 1579 waren de kloostergebouwen verruïneerd en vervielen de goederen aan de Staat. Van het puin werden de dijken van Dreischor versterkt.