Lelie staat voor zuiverheid, maagdelijkheid, o.m. Maria. Lelie in naam klooster, in miniatuur. Was vrouwenklooster, dus ook betrokken bij Maria
Miniatuur van geboorte van Christus in Bethlehem, waar Joseph de was doet.
De kapel werd bezocht door zeelieden om te bidden voor een behouden vaart. De kapel was waarschijnlijk gelieerd met St. Jacobskerk te Renesse. Op de miniatuur St. Jacob met schelp en staf, attributen van pelgrim en Santiago de Compostella, als pelgrimsoord
De Franciscanessen zijn Boetezusters. Dus de 7 boetepsalmen zullen door hen dagelijks zijn gebeden. De boetepsalmen maakte een populair onderdeel van de middeleeuwse getijdenboeken uit. Bij de boetepsalmen staan na 1475 miniaturen van de badende Batsheba die bespied wordt door koning David
Kartuizers hadden een eigen cel waarin ze nogal wat tijd doorbrachten, in verschillende kloosters schrijvend als kopiist. Van Zeeland is dat niet bekend.
Rengerskerke was gewijd aan St Laurentius, die werd geroosterd omdat hij de keizer beledigde. Rengerskerke was een dependance van het Bethlehem klooster in Elkerzee
Dominicanen begroeven de doden in Zierikzee. Op de miniatuur: Kerk lijkt op de grote kerk van Zierikzee, de monniken gingen in processie door de stad om de doden te begraven, je krijgt beeld van de taken van de monniken, de wijze van begraven
Strenge regels waaraan de Begijnen zich dienden te houden, maar toch ook pogingen om daar onderuit te komen. Aan het eind van de 14e eeuw reageerde Christine de Pizan tegen de vrouwenverdrukking, het geweld en de algemene geest van antifeminisme uit die tijd met haar boek “La Cité des Dames”, (De stad der Vrouwen), een soort geïdealiseerde vorm van het begijnhofconcept uit 1405. Er is èèn middelnederlandse versie van bekend met mooie miniaturen: ‘Het bouc van de steden der vrauwen’, uitgegeven 1475 in Brugge. Die invloed strekte zich ook uit tot Zeeland. Het is aannemelijk dat dit boek ook in Zierikzeese kloosters gelezen kon worden.
Het is bekend dat er in Zierikzee nonnen in een kluis leefden, ingemetseld tegen de muur van de kerk of een klooster. Bij de Begijnen was zo’n verzoek tot inmetselen in Zierikzee geweigerd. Over de betekenis van de naam Cellezusters lopen de meningen uiteen. Volgens sommigen gaat celle terug op cella, graf. De maatschappelijke functie van de kloosterzusters was het begraven van de doden. Anderen nemen cella als cel, leefvertrek voor de kloosterling. Anders dan de Begijnen, die in aparte woninkjes rond een begijnhof woonden, leefden de Cellezusters in cellen binnen één kloostergebouw. De miniatuur geeft een exact beeld hoe de cel van de ingemetselde non eruit zag. In een Utrechtse kerk is nog zo’n cel in een kerk te bezoeken.
Aanbidding van de koningen omdat het klooster Driekoningenklooster heet. In de late middeleeuwen een zeer geliefd onderwerp.
De Franciscanessen zijn Boetezusters. Dus de 7 boetepsalmen zullen door hen dagelijks zijn gebeden. De boetepsalmen maakten een populair onderdeel van de middeleeuwse getijdenboeken uit. Bij de boetepsalmen staan na 1475 miniaturen van de badende Batsheba die bespied wordt door koning David.
De miniatuur duidt op Psalm 52 ‘The fool said in his heart: There is no God’. Door de eeuwen komen worden er nogal wat verhalen over losbandige Minderbroeders in Zierikzee overgeleverd. Voor 1572, werd overal in Zeeland een carnavaleske optocht gehouden, aan het begin van de vasten. Katie Heyning schrijft in haar boek Turbulente tijden dat de jaarlijkse ommegang in Zierikzee een onbetwist hoogtepunt was. In de plechtige optocht werd de belangrijkste reliek van de kerk, een deel van de arm van de heilige Lieven, rondgedragen. Er liepen niet allen stedelijke en kerkelijke autoriteiten mee maar ook speellieden, trompetters en narren. Voor het narrenfeest werd een priester, diaken of andere lagere geestelijke tot zottenbisschop verkozen. Deze zottenbisschop werd in een bisschopsachtig gewaad achterstevoren zittend op een ezel de kerk binnen gereden. De lagere geestelijken schilderden hun gezichten en dreven spot met de plechtstatige rituelen van de kerk en het hof. Priesters en klerken zetten aanstootgevende maskers op, gingen gekleed als vrouw, koppelaar of minstreel en zongen schunnige liedjes. Tijdens het narrenfeest werd bij het altaar gedanst en gedobbeld.
Het huis van de Begarden in Zierikzee was gewijd aan St Agatha. We kunnen de moderne devotie ook koppelen aan de Begarden. In Zierikzee waren het verder alleen de grauwzusters die daarmee bezig waren. (Miniatuur Pinksteren, uit Sarijshandschrift Zwolle, 1475-1500)
Hier een afbeelding in een miniatuur van de legende, waarin Maria hem, toen Bernard eens in gebed was, in een visioen melk uit haar borst liet proeven. Bernard had een bijzondere devotie voor de Maagd Maria.
Verantwoording keuze:
Er is geen boekproductie of copiistenwerk uit Zeeland bekend. Ik* heb niet gekeken naar registers van boekbezit in zeeuwse kloosters, zo die er al zijn. De Zeeuwse kloosters waren georiënteerd op productiegebied Vlaanderen (Gent, Brugge). Mijn keuze is voor:
• getijdenboeken meest 15e eeuw, een enkele tot 1520. De meeste Schouwse kloosters stonden er in die tijd
• liefst Nederlands of Vlaams
• miniaturen van de middenmoot tot iets hogere segment in kwaliteit, omdat daar de miniaturen gedetailleerder van zijn dan het simpele segment. Er werden waarschijnlijk alleen simpeler getijdenboeken in de Zeeuwse kloosters gebruikt, misschien met uitzondering van de kloosters die uit edele vrouwen bestonden. De kwaliteit van de afbeeldingen zal niet zo hoog zijn geweest als de keuze die ik heb gemaakt
• miniaturen van Zierikzee zijn gekoppeld met de (nog te verschijnen) korte verhalen per klooster
* Robert Bos
Overzicht miniaturen
Kloosterwerkgroep herkenningsteken: getijdenboek Utrecht 1450, hellemond, insigne heiligdom Johannes, (Van Alfen getijdenboek, Meester van Catherina van Kleef. Baltimore, Walters Art Museum, Ms W 782, fol. 113r)
Vele Zeeuwse elementen in de miniatuur: vis als hellemond, mossels, krabben.
Plus idee van pelgrims: Santiago schelp met gaten voor pelgrims en pelgrimsinsigne van een tronende St Johannes met pelgrims aan beide zijden
We zitten op Schouwen Duiveland. Vandaar de duiveltjes in de miniatuur die arme zielen naar beneden trekken
Je zou kunnen zeggen dat dit een ‘Zeeuws’ miniatuurtje is. Het is een prachtig stukje tekst. In oud 15e eeuws schrift staat er:
…
Here, in dijre verbolghenheit en straffe mi niet ende in dinen toerne en berispe mi niet. Ontferme di mijnre here, want ic cranc bin, make mi ghesont want alle mijn ghebeente sijn ghestuert. Ende mine siele is alte sere ghestuert mer dii here hoe langhe. Keer… [op de volgende folie gaat het verder: …di omme here ende wriiym mine siele. Make mi ghesont om dine barmherticheit. Want hi en is in den toten niet die dijnre ghetencken sal, ende wie sal in er hellen di belien. Ic heb ghearbeit in minen suchten. Ic sal mijn bedde wasschen op elker nacht mit minen tranen. Ic sal doerghieten mijn ghespreide bedde. Mijn oghe is van verbolghenheit seer ghestuert. Ic bin veroldet onder alle mine vianden. Gaet van mi alle ie boesheit werken, want die heer hevet u hoert die stemme mijns screyens. Die here hevet verhoert mine bede. Die here hevet mijn ghebet ontfanghen. Alle mine viande moeten hem seer scamen ende vele seer werden ghestuert. Si moeten omme ghekeert werden ende scamen hem seer snellike.
…
De tekst blijkt een boetepsalm van Geert Grote te zijn. (psalm 6)
Overigens, Duiveland heeft niets met duivels te maken. ‘Duve’ was vroeger een voornaam. Mogelijk heeft een zekere adellijke dame Duve de bedijking van dit eiland destijds bekostigd